Op 11 november leggen we de bloemen neer, klinkt de Last Post en valt er even een ongemakkelijke stilte. Je kijkt naar namen op een stenen plaquette en beseft: achter elke naam schuilt een leven dat abrupt eindigde, vaak nog voor het écht begonnen was. Onze voorouders vochten omdat ze geloofden dat morgen beter kon zijn dan vandaag en dat vrijheid, waardigheid en vrede het waard zijn om voor recht te staan.
Die erfenis is geen museumstuk. Ze is een opdracht.
Waarvoor zij vochten
Ze trokken ten strijde in een tijd waarin vrijheid niet vanzelf sprak. Vrij om je mening te uiten, om te ondernemen, om te liefhebben wie je wil, om je leven vorm te geven zonder dat een overheid of een ideologie je in een keurslijf duwt. Ze geloofden dat recht boven macht moest staan, dat burgers geen onderdanen zijn, en dat solidariteit geen zwakte is maar een keuze.
Na de oorlog bouwden we stap voor stap aan iets dat ongezien was: Europese samenwerking, internationale rechtsorde, mensenrechten, sociale vooruitgang. Geen perfect verhaal, wel een gigantische sprong vooruit dankzij samenwerking in plaats van confrontatie.
En vandaag?
De wereld is opnieuw onrustig. Oorlog op het Europese continent. Geweld en terreur in het Midden-Oosten. Autocratieën die druk zetten op open samenlevingen. Propaganda en desinformatie die twijfel zaaien. Cyberaanvallen die onze infrastructuur viseren. Energie als machtshefboom. Je voelt het: vrede is geen natuurwet. Ze vraagt onderhoud, elke dag.
Wapenstilstand herinnert ons net daaraan: vrede vraagt twee dingen tegelijk. Kracht én kompas.
Kracht, omdat afschrikking en defensie het verschil maken tussen vrede en kwetsbaarheid. We moeten onze bondgenootschappen koesteren, onze militairen respecteren en investeren in moderne capaciteiten. Niet om oorlog te willen, wel om oorlog te vermijden.
Kompas, omdat recht en menselijkheid ons onderscheiden. Het humanitair recht respecteren, burgers beschermen, haat en polarisatie bestrijden — antisemitisme, antimoslimhaat en elke vorm van racisme — dat is geen “extraatje”, dat is de kern van wie we willen zijn.
Vrijheid vraagt werk
Vrijheid floreert in een sterke, eerlijke economie. Zonder welvaart géén sociale bescherming, géén vertrouwen, géén ruimte om solidair te zijn. Dat betekent: ondernemers zuurstof geven, regellast schrappen die niets oplevert, innovatie versnellen, energie betaalbaar en zeker houden, en de overheid slank en doeltreffend maken. Een efficiënte staat is geen hardvochtige staat; het is een overheid die haar kerntaken ernstig neemt en geld uitgeeft alsof het van jou komt, want dat is ook zo.
Ook rechtvaardigheid is werk. Wie kán werken, helpen we aan het werk en laten we vooruitgaan. Wie kwetsbaar is, laten we niet vallen. En wie nieuw aankomt, integreren we snel en duidelijk: taal, opleiding, werk. Niet uit hardheid, maar omdat meedoen de enige duurzame weg is naar waardigheid.
De les voor jou en mij
Herdenken is geen nostalgie. Het is de keuze om niet cynisch te worden. Om feiten te checken voor je deelt. Om met iemand te praten die anders denkt, en toch het gesprek te blijven voeren. Om op te komen tegen haatspraak, ook wanneer dat ongemakkelijk voelt. Om te blijven geloven dat samenwerking — lokaal, Vlaams, federaal, Europees — meer oplevert dan splitsing en scheldtirades.
En ja, er is ook plaats voor kleine daden. Want vrede begint vaak in het klein: in een school die inzet op burgerschap, in een bedrijf dat kansen geeft, in een vereniging waar nieuwkomers mee draaien, in een gemeente die luistert en doorpakt.
Als we vandaag stil zijn, is het uit respect. Maar morgen moeten we spreken en handelen. Niet vanuit angst, wel vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid. Dat is, denk ik, de echte wapenstilstand: niet alleen het zwijgen van de wapens, maar het luider klinken van onze waarden.